Op alle socialemedia-pagina’s die ik bekijk in de afgelopen maanden, zie ik één hot item over onderwijs toch wel steeds terugkomen: je fysieke les kopiëren en zo online geven. Dit item wordt breed uitgemeten, over gediscussieerd en er wordt ondersteuning voor aangeboden om dit niet meer te doen.
Ook in ons team is dit een groot punt. Want wanneer doe je het nu goed? Is het goed als de studenten zeggen dat je goed lesgeeft? Is het goed als je zelf alle stof voor die les behandeld hebt? Of is het pas goed als je werkvormen hebt gebruikt om de theorie te geven via Prezi, de studenten eraan te laten werken in een breakoutroom, met een Padlet alle vragen te inventariseren, getoetst hebt met Kahoot! of Socrative of ze het wel begrepen hebben en dan de samenvatting nog even op de OneDrive zet zodat studenten alles nog even kunnen nalezen?
Door de combinatie van studenten op school en studenten thuis, is het toch wennen aan de nieuwe manier van lesgeven. En hier wil ik eerlijk in zijn: zelfs ik moet met mijn 30 jaar vaak even zoeken naar een leuke, activerende maar ook verantwoorde manier van lesgeven die voor zowel de online als de offlinegroep goed te volgen is.
Het is nog niet zolang geleden dat ik mijn lerarenopleiding voltooide en aan de slag mocht. Tijdens de opleiding heb ik boeken, websites en lessen gekregen over activerende, inspirerende en innoverende werkvormen. Maar ook bij mijn lessen zul je niet zien dat ik elke 10 minuten wissel van werkvorm. Niet vorig jaar, maar ook niet dit jaar. Dit jaar is het extra belangrijk. Want in de media (en als je hierover in gesprek gaat met de student) vinden we vaak ook terug dat studenten niet gemotiveerd zijn om achter een scherm mee te luisteren of vinden ze het moeilijk om hun aandacht vast te houden. Hierop inspelend is het dus extra belangrijk om wél vaak te wisselen van werkvorm.
Voordat jullie reageren: “Jaaa, makkelijk praten. Vertel maar welke werkvormen ik kan gebruiken!” zal ik jullie nogmaals eraan herinneren dat ik ook zeker nóg niet voldoende varieer om het onlineonderwijs beter volgbaar te krijgen. (Na deze blog zal ik aan de slag moeten, dus waarschijnlijk kunnen jullie de volgende keer wel reageren met die vraag.) Wat ik wel doe, nu nog meer dan ooit, is luisteren naar wat de student aangeeft. Dit kan verpakt zijn in humor, in frustratie of gewoon als een duidelijke leervraag. Zo heb ik vorige week aan de tweedejaars studenten Engels gevraagd om een elevator pitch voor te bereiden voor een bedrijf naar keuze. Gevolg: zuchten, want stom!
Opeens hoor ik een student zeggen: “Ja, dus ik sta in de lift? Hoelang duurt die lift? Ik wil in de lift!” En op dat moment probeer ik zo snel mogelijk te anticiperen op deze verkapte vraag en neem ik de studenten één voor één mee naar de lift en mogen ze hun pitch doen in de (wel héél langzame) lift van onze afdeling. Tegelijkertijd moeten ze de webcam binnen teams aanzetten en zo hun pitch doen voor mij. Nieuwe gevolg: lachend een opdracht voltooien.
In diezelfde week stond de zakelijke e-mail voor Nederlands op het menu. Deze opdracht heeft voor de studenten meer betekenis gekregen doordat de e-mail verzonden moest worden naar een docent naar keuze met twee complimenten en een tip voor dit schooljaar. Hiervan was het gevolg dat de studenten een betere e-mail wilden opstellen én dat ik in de docentenruimte lachende gezichten zag van de docenten die de e-mails hadden ontvangen. Voor volgende week moeten de fysiek aanwezige studenten samenwerken met de online studenten. Daarmee hoop ik toch dat de nieuwe klassen zich als één groep mogen voelen.
Dit zijn nog maar enkele voorbeelden, maar hiermee ben ik er echt nog lang niet. Mijn streven is dat de studenten die vanuit huis het onderwijs volgen, niet het idee hebben dat ze het zonder docent “moeten” doen. Dit zal niet van de één op de andere dag gaan en het zal extra tijd vergen om te zoeken naar de beste online tool om dit te bereiken. Maar dat is onderwijs voor mij: zelf ook blijven leren om de studenten op een leuke manier van kennis en vaardigheden te voorzien.
Het antwoord op de eerste vraag heb ik dus niet echt. Ik vind het belangrijk te toetsen wat de studenten willen en mezelf te blijven uitdagen hierin te blijven groeien. En er zullen veel docenten zijn die deze mening delen, maar het misschien moeilijk vinden om de juiste werkvorm te kiezen. Laten we elkaar hierin helpen. Laten we blijven delen in kennis en werkvormen om zo deze nieuwe vorm van onderwijs (tijdens Corona dus) mooi vorm te geven en nog beter te maken.
Eva Wagemans is docente aan het VISTA college in Heerlen. Het zuiden van Nederland staat niet alleen garant voor beter weer (haha), maar ook voor leuke studenten. Als docent Engels, Nederlands en burgerschap probeert ze de studenten van de ICT-afdeling communicatiever en wereldwijzer te maken. Mocht dat niet lukken, dan hebben ze tenminste een uur gelachen (al kan ze ook wel streng zijn).