Dit artikel is een vervolg op: “Loopbaanbegeleiding: aan welke reis was ik ook alweer begonnen?”
Vrijdag 13 maart was de laatste dag dat ik mijn loopbaanstudenten op school zag. Na het weekend werden de scholen vanwege het coronavirus gesloten. De lessen en de loopbaanbegeleiding van studenten liep door, alleen nu op afstand. In een vorig artikel nam ik jullie mee in het verhaal van James. Hij wilde niets liever dan sociaal werker worden. De afgelopen maanden heeft James hard gewerkt. We kunnen niet anders zeggen dan dat hij met vallen en opstaan knokte voor vooruitgang. Veel lessen volgde hij niet, vanwege persoonlijke omstandigheden. Inmiddels had hij elders extra ondersteuning gekregen. Hoe zal James zijn studieloopbaan vervolgen? Hoe zal de begeleiding op afstand ons vergaan? En welke rol heb ik de afgelopen weken aangenomen?
Het schilderij van James
Aan de start van het schooljaar was het zonneklaar voor James; hij zou er alles aan doen om de opleiding succesvol te doorlopen. Binnen zijn mogelijkheden heeft hij dit ook gedaan. Er speelde alleen zoveel. Hij wilde een klasgenoot helpen, ook als dat invloed zou hebben op zijn eigen studie. Hij vond dat belangrijk, omdat het paste bij het beroep van de sociaal werker. De eerste maanden spraken en zagen we elkaar veel op school. We stelden wekelijks doelen op, zodat hij succeservaringen zou opdoen. Het werd ons duidelijk dat de stappen die we hadden bedacht te groot waren en in gedachten was James al afgehaakt. Op afstand contact onderhouden maakte het nog ingewikkelder. Na een korte e-mailcorrespondentie hebben we elkaar niet meer gesproken. Hij koos ervoor om een afslag te nemen en niet meer achterom te kijken.
Staat hij hierin alleen?
In elke klas zijn er studenten die onderweg besluiten dat de weg die zij hebben ingeslagen, toch niet voor hen is. In het geval van James, was dit niet het juiste moment om zijn pad te vervolgen. In andere situaties merken studenten dat ze de opleiding en het beroep niet leuk vinden, er zijn ook studenten die moeite hebben met het niveau. Je ontmoet studenten die teveel ballen in de lucht moeten houden. Voor hen is ‘school laten gaan’, het eerste wat lucht geeft. Bij studenten met een startkwalificatie kom je dit vaker tegen. Andere redenen om af te haken, zijn de studenten die gaandeweg geïnspireerd zijn door iemand. Of studenten die door iets wat ze hebben meegemaakt ontdekken dat ze andere dromen hebben.
Loopbaanontwikkeling; het is dynamisch
Als loopbaanbegeleider kom je geregeld wisselende dromen, verwachtingen en gedachten bij je studenten tegen. Ieders loopbaan is dynamisch. Het is belangrijk dat je mee kunt bewegen met de student. Jouw rol is om de student te bevragen, hem te helpen om zijn verhaal te vertellen en om te ondersteunen in het zetten van een passende vervolgstap. James wilde stoppen met de opleiding en zijn aandacht op zichzelf richten. We hebben gekeken naar wat hij nodig heeft om voor zichzelf te zorgen en wat uitschrijving betekent voor zijn financiële situatie. Ook is hij in contact gebracht met de gemeente voor verdere ondersteuning.
Oog voor het verhaal van de student
Vaak zijn docenten in loopbaangesprekken dominant en blijven ze steken in hun rol als informatieverstrekker. De gesprekken gaan veelal over cijfers en voortgang en weinig over de loopbaan (Mittendorf, 2010). In de gesprekken met James heeft hij gereflecteerd op waar hij staat, waar hij naartoe wil en wat daarvoor nodig is. De vragen die we hem voorlegden, stelden hem in staat om tot (nieuwe) inzichten te komen. Hij vertelde ons zijn verhaal en welk onderwerp het volgende hoofdstuk wat hem betreft zou moeten hebben.
Leren van verhalen
Door te vertellen geef je betekenis aan de wereld om je heen. Welke gebeurtenissen heeft iemand meegemaakt en wat kan hij hieruit leren? Studenten kunnen leren van (elkaars) verhalen en van het vertelproces (De Groot, 2016). Als docent en loopbaanbegeleider is het waardevol om gebruik te maken van verhalen in je onderwijs. Pauw en Van Lint (2011) beschrijven een aantal werkvormen die je kan inzetten om het verhaal van de student te achterhalen en in te zetten: studenten kunnen een logboek schrijven, een brief aan de toekomst opstellen (zie https://www.futureme.org/, waarin ze letterlijk een brief kunnen sturen naar zichzelf in de toekomst), hun levensverhaal opschrijven of een casus bespreken. Een gouden werkvorm is deze: Laat studenten zich een voorstelling maken van zichzelf, over vijf jaar, in een bepaalde situatie waarin ze iets bereikt hebben wat ze zouden willen bereiken. Ze kunnen hierbij antwoord geven op vragen als: Waar bevind je je? Hoe voel je je? Wie heb je om je heen? Hoe zie je jezelf? Waar ben je trots op?
Andere manieren om studenten te voeden
Soms zijn zulke vragen te ingewikkeld voor studenten of hebben ze geen interesse in opdrachten die je opstelt. Barron (2006) beschrijft dat het afhankelijk is van de sociale omgeving waarin een student zich bevindt of er interesseontwikkeling ontstaat. Je kunt als school aandacht besteden aan de loopbaanontwikkeling van de studenten en ernaar streven om die interesse te prikkelen. Brown en zijn collega’s (2003) beschrijven cruciale ingrediënten voor loopbaanbegeleiding die je zou kunnen inzetten, zoals individuele aandacht en feedback, goede informatievoorziening, goede voorbeelden van hoe anderen omgaan met obstakels in hun loopbaan en het stimuleren van studenten om steun van anderen te vinden voor de beslissing en bij de uitvoering ervan.
Leren van de situatie
James wilde de opleiding beëindigen. Ook in jouw klas kan het zo zijn dat studenten willen stoppen of dat ze van opleiding willen veranderen. Mijn ervaring is dat veel studenten als ze besloten hebben om iets niet af te maken teleurgesteld zijn. Je kunt er ook anders naar kijken. Akkerman en Bakker (2011) beschrijven dat de grenzen tussen omgevingscontexten leerpotentie bevatten. Omgevingscontexten zijn bijvoorbeeld de verschillen tussen twee opleidingen of tussen een opleiding en werk. Volgens hen ligt het leerpotentieel in het bewustwordingsproces van het hebben van verschillende identiteiten in verschillende omgevingscontexten (Akkerman & Bakker, 2011). Als loopbaanbegeleider kan je inzetten op wat iemand heeft geleerd over zichzelf bij zijn huidige opleiding en wat hij daarvan in kan zetten bij een andere opleiding. Je kunt hierbij gebruik maken van grensobjecten, zoals portfolio’s of doorstroomdossiers. Andersom werkt het ook zo. Als een student bij jou start, kan je ook gebruik maken van wat studenten hebben geleerd bij een eerdere opleiding.
Een student begeleiden in het keuzeproces
Het is niet gemakkelijk om studenten te begeleiden in een keuzeproces. Naast dat je te maken hebt met de gevoelens van studenten zoals teleurstelling en falen als iets niet lukt, zijn er ook veel opleidingen en mogelijkheden vandaag de dag. Dit kan voor keuzestress en druk zorgen. Hierbij een aantal tips zodat je jouw rol goed kunt aannemen:
- Blijf de student in individuele loopbaangesprekken ondersteunen in zijn keuzeproces door het stellen van reflectieve vragen. De student zal zo zelf tot inzichten komen;
- Zet werkvormen of instrumenten in waarmee de student stilstaat bij zijn verhaal, om van daaruit vervolgstappen te zetten. Waar komt iemand vandaan of wat voor dromen heeft een student, wat is nodig om daar te komen?;
- Creëer een leeromgeving waarin de student gevoed wordt met informatie voor zijn loopbaan. Zorg voor individuele aandacht, informatie over vervolgopleidingen, goede voorbeelden van hoe anderen door loopbaanobstakels heen kwamen en steun de student bij het keuzeproces;
- Zie de overgang van omgevingscontexten als een situatie met leerpotentieel. Onderzoek met jouw student wat je kan meenemen uit een vooropleiding of wat de student heeft geleerd bij zijn huidige opleiding, wat zinvol is voor de vervolgstap.
- Werk samen met anderen. Misschien zijn er binnen jouw opleiding loopbaanexperts aanwezig, heeft een collega onlangs eenzelfde vraag van een student gehad en hier antwoorden op gevonden of zijn er meerdere studenten die samen kunnen nadenken over wat zij nodig hebben voor hun studieloopbaan.
Voor komend schooljaar?
De komende tijd zal je druk bezig zijn met loopbaangesprekken met studenten. Ook vinden er voorbereidingen plaats voor komend schooljaar. Welke inzichten neem jij als docent mee uit de afgelopen drie artikelen? Hoe help je jouw studenten om een stip een de horizon te plaatsen, hoe wil je monitoren en op welke wijze zet je in op het verhaal van de student? Veel succes de komende tijd. Blijf ImpactYou. volgen voor loopbaaninspiratie!
Dit artikel is geschreven door Shauna Plompen. Shauna is docent omgangskunde in het mbo en onderwijsadviseur. Als loopbaanbegeleider en docent werkt ze met veel verschillende jongeren en daar geniet ze elke dag nog van. Op haar eigen platform biedt zij inspiratie om leraren en teams te helpen met hun lessen en lesgeven. Meer informatie vind je op www.blijvenleren.net.
Geraadpleegde bronnen
Pauw, I & P. Van Lint (2011). Ev’n prakkezer’n. Handleiding voor narratieve reflectie. Zwolle: KPZ InDruk.
De Groot, I. (2016). Narratief leren in democratisch burgerschapsonderwijs. Pedagogiek, 36(1), 5-28.
Mittendorf, K. (2010). Career Conversations in Senior Secondary Vocational Education. Dissertatie. Technische Universiteit Eindhoven.
Brown, S.D., Ryan Krane, N.E., Brecheisen, J., Castelino, P., Budisen, I., Miller, M. & Edens, L. (2003). Critical ingredients of career choice interventions: More analyses and new hypothe- ses. Journal of Vocational Behavior, 62, pp. 411-428.
Barron, B. (2006). Interest and self-sustained learning as catalysts of development: A learning ecology perspective. Human Development, 49-4, 193.