25 mei, de tweede studiedag op het Blariacumcollege die in het teken staat van de NPO-gelden (Nationaal Programma Onderwijs) Dit zijn de gelden die vrijkomen voor het wegwerken van de achterstanden die leerlingen hebben opgelopen door de coronapandemie. Tijdens deze studiedag hebben we met elkaar besproken welke problemen we signaleren, welke doelstellingen we hieraan willen koppelen en hoe we met interventies deze doelstellingen kunnen behalen. Gedurende de dag kwamen we er al snel achter dat achterstanden met name ontstaan door motivatieproblemen. Deze motivatieproblemen leiden vervolgens weer tot leerproblemen en tot ander gedrag. Door het aanpakken van deze motivatieproblemen kun je als onderwijs een grote slag slaan. Maar hoe pak je deze motivatieproblemen aan? Als je de menukaart van de NPO-gelden bekijkt, kun je keuzes maken uit een zestal ‘gerechten’ die weer bestaan uit tal van ‘ingrediënten’. Genoeg keuze dus, maar wat is nu de juiste keuze? In dit blog neem ik jullie mee in mijn ontdekkingsreis die ik maak in mijn hoofd, als ik nadenk over het oplossen van motivatieproblemen bij leerlingen.
Tijdens onze studiedag hebben we in subgroepen problemen die ontstaan door de coronapandemie verkend. Vanuit deze problemen hebben we doelstellingen geformuleerd waarmee we de stip op de horizon plaatsen om deze problemen op te lossen. Maar het probleem van gebrek aan motivatie, hoe groot is dit probleem eigenlijk en hoe breng je dit probleem onderzoekstechnisch goed in kaart? En bij welke leerlingen speelt het probleem gebrek aan motivatie? In onze groep werd de hypothese gemaakt dat ongeveer 50% van de leerlingen te maken heeft met motivatieproblematiek. Volgens de kaders van de NPO-gelden zijn de gelden bedoeld voor leerlingen met achterstanden. Zou dit volgens onze hypothese dan betekenen dan 50% van onze groep leerlingen geen recht heeft op extra ondersteuning? En als we met de interventies uit de menukaart aan de slag gaan? Kunnen wij dan de complete groep leerlingen met motivatieproblemen ondersteuning bieden?
Hoe langer ik me in dit onderwerp verdiep, hoe meer ik me ga afvragen: Wat is de omvang van dit probleem? En moeten wij als ‘onderwijssector’ niet een aantal principes gaan loslaten? Men concentreert zich dus met name op de leerlingen met een achterstand. Voor onze afdeling betekent dit, de nieuwe brugklasleerlingen die binnenkomen, de doubleurs en de leerlingen de we kansrijk bevorderen. En al die andere leerlingen, de leerlingen die wel normaal over gaan volgens de overgangsnormen, komen zij niet in aanmerking voor deze vrij gekomen gelden?
Als ik directeur zou zijn van een middelbare school, hoe zou ik de NPO-gelden dan inzetten? Hoe verder ik kom in deze ontdekkingsreis hoe meer ik concludeer dat de basis cruciaal is. Deze basis bestaat voor mij uit de inrichting van de dagelijkse gang van zaken, de structuur op school, etc. Hoe beter deze is georganiseerd hoe makkelijker het inlopen van deze zogenoemde achterstanden herstelt kan worden. Het inzetten van de € 5,8 miljard euro zou voor een gedeelte geïnvesteerd moeten worden in een basis, een basis die voor alle leerlingen beschikbaar is. Op deze manier profiteren alle leerlingen mee van de vrij gekomen gelden. Vanuit deze basis kunnen leerlingen met meer onderliggende problematieken worden geholpen. Maar investeren in deze basis, wat is dit dan?
Investeren in de basis bestaat voor mij uit investeren in zaken die het leer- en leefplezier van leerlingen vergroten. Om dit te vergroten zou je mijn inziens de motivatie van leerlingen en docenten moeten vergroten. Zoals al eerder vermeld in andere blogs, we zijn allemaal coronamoe, ook docenten. Om de motivatie te vergroten moet eerst worden ingestoken op de dagelijkse gang van zaken. Hoe creëren we een onderwijsaanbod waarbij zowel leerlingen als docenten gemotiveerd zijn om te leren en te werken? Welke activiteiten zetten we hiervoor in? Hier heb ik genoeg ideeën voor maar deze bewaar ik voor een ander moment. De dagelijkse gang van zaken aanpassen bestaat voor mij ook uit het bieden van meer structuur. Wat mag een leerling verwachten als hij naar school komt? Maar ook, wat verwachten wij van een leerling? Ik denk dat met name het eigenschap van leerlingen vergroot moet worden. We hebben in het onderwijs steeds meer te maken met ‘helikopterouders’, de ouders die hun kind volgen en beschermen. Beschermen voor de grote enge wereld. Maar wordt het niet tijd dat we leerlingen meer eigenaar maken van hun eigen problemen? Het is niet de bedoeling dat een leerling er automatisch vanuit gaat dat iemand anders hun problemen wel oplost. Toch zien we dit in de huidige maatschappij steeds meer terug. Het eigenaarschap van leerlingen zou vergroot moeten worden. Door de noodzaak die wordt ervaren door leerlingen, zal dit ook leiden tot meer motivatie om bijvoorbeeld een bepaalde taak tot een goed einde te brengen.
Maar met welke interventies uit de menukaart kun je de motivatieproblematiek dan blootleggen en aanpakken? Met het effectiever inzetten van het onderwijs kunnen we vaardigheden van leerlingen vergroten. Ik denk dat dit kan door meer in te steken op coaching. In deze coaching zou het creëren van eigenaarschap bij de leerling centraal moeten staan. Dit eigenaarschap zou kunnen groeien door in te spelen op feedback. Hoe geeft je als docent goeie feedback? Daarnaast denk ik dat het essentieel is om de ouderbetrokkenheid te vergroten. Door ouders meer bij het leerproces van hun kind te betrekken wordt het zelfbeeld van het kind verrijkt en kan er ook gewerkt worden aan het eigenaarschap bij het kind.
Via mijn blogs zal ik jullie op de hoogte van de ontwikkelingen rondom de NPO gelden bij ons op school. In mijn volgende blog ga ik dieper in op de motivatieproblematiek bij leerlingen. Wat doe ik in mijn laatste coachlessen van dit schooljaar om de motivatieproblematiek aan te pakken?
Als onderwijsprofessional ben ik ook zeer benieuwd naar jullie ervaringen met de inzet van de NPO gelden. Ik vind het tof om hier met jullie over te sparren en ideeën uit te wisselen. Mocht jij dit ook leuk vinden, neem dan gerust contact met mij op.
Sjoerd Bongaerts is gastblogger en onderwijsadviseur bij impactyou.nl en Docent economie, projectonderwijs bij het Blariacumcollege. Daarnaast is hij eigenaar van Young Talent Coach; www.youngtalentcoach.com. Hij helpt jongeren de beste te worden in het maken van belangrijke loopbaankeuzes door hun talent te prikkelen.